Geschiedenis

De oudste bekende schriftelijke vermelding van Kalfort dateert van 1155. Het gehucht Kalfort ontstond aan een voorde over de Molenbeek. De bewoning vestigde zich aan die zijde van de beek, waar de gronden hoger lagen en de baan splitste in een tak naar Ruisbroek langs Coolhem en een tak naar Mechelen. Aan de overzijde van de Molenbeek lag een brede strook moerassen, die tot in de 19de eeuw geen bewoning toeliet.

Op de plaats waar Kalfort ontstond, werden al snel gebouwen opgetrokken die het kloppend hart van de gemeenschap vormden. Van in de veertiende eeuw stond er een kapel en een klooster. De kapel werd in de negentiende eeuw vervangen door een nieuwe kerk, die in 1979 op haar beurt werd vervangen. Het oude klooster werd grotendeels vernield. De resten werden achtereenvolgens omgevormd tot woning van de kapelaan, gendarmerie, magazijn, kostershuis en parochiezaal. In deze parochiezaal is het gemeenschapsleven al bijna een eeuw lang thuis is.

Achter de kerk werd onder impuls van pastoor Georges Boey een Rozenkranstuin aangelegd. Langsheen de Leopold Van Kerckhovenstraat – voorheen Kapelanijstraat geheten – stond de woning van de kapelaan. In latere jaren werden hier nog andere woningen opgetrokken. Dit wordt de plek waar het nieuwe dorpshuis zal worden gebouwd.

De nieuwe dorpskern van Kalfort bouwt voort op de historisch gegroeide site en bestaat uit vier elementen: brasserie Vrededaal, de kerk en een nieuw dorpshuis Kalfort, dit alles te midden van een park, met ruimte voor bezinning en gezellig samenzijn.

Met de steun van