Deel 5 - Geschiedenis van kalfort

1300 - Verering van de tranen van Christus

Oproep tot de kruistochten

Rond 1300 wordt in de kapel van Kalfort een relikwie van de tranen van Christus vereerd. Van waar ze kwam, is zeer onduidelijk. Mogelijk is ze afkomstig van de abdij van Cornelimunster, die van haar stichter Lodewijk De Vrome heel wat kostbare relieken had gekregen. Andere historici betogen dat de relikwie van de kruistochten wordt meegebracht door een monnik van de abdij van Hemiksem, door een anonieme pelgrim of door één van de heren van Coolhem. In onze Maria-ommegang volgen wij de laatste versie.

In 1095 roept paus Urbanus II de westerse christenheid op tot de kruistochten. Monniken trekken door het land om zijn boodschap over te brengen aan alle ridders. Met duizenden geven zij gehoor aan zijn oproep.

Ik spoor u aan, niet ik, maar Christus zelf, om iedereen te overreden, van om het even welke sociale klasse, ridders of voetvolk, rijk of arm, te hulp te komen aan de christenen en de Perzische volkeren ver te verdrijven van onze landen. Christus vraagt het u. Christus beveelt het u. Aan allen die vertrekken en onderweg zouden sterven, te land of ter zee, of die zullen sneuvelen in de strijd tegen de ongelovigen, verleen ik de vergeving van de zonden, en aan allen die deelnemen aan deze tocht geef ik dezelfde genade door de autoriteit die ik van Godswege bezit. Trek ten strijde tegen de ongelovigen in plaats van oorlog te voeren tegen elkaar tot schade van de gelovigen. Wees voortaan ridders van Christus, gij die vroeger bandieten waart. Laat uw strijd gaan tegen de barbaren in plaats van tegen uw broeders. De eeuwige beloning wacht u in plaats van het loon van enkele miserabele munten, dat ge krijgt als huursoldaat. Verpand uw goederen, koop wat nodig is voor de noodzakelijke uitgaven en begeef u op weg als de winter voorbij is. Welaan dan, ridders van Christus, ten strijde! God wil het!

VOLGENDE GROEP

OVERZICHT

VORIGE GROEP