Historische gedeelte > Ridders van Coolhem
Hippique Kalfort
8. Ridder Siger van Calfort
Niet ver van het dorp Kalfort is het domein Coolhem gelegen. Het vormt tot in 1470 een aparte heerlijkheid en wordt bestuurd door de van Coolhem’s. Coolhem is een geschikte plaats voor het bouwen van een burcht. De oudste gekende van Coolhem is Habimus van Coolhem, die leeft rond 1198. In 1470 verkoopt de toenmalige eigenaar Hendrik van Oyenbrugge het hof van Coolhem aan Merten Blijleven, abt van Sint-Bernards op de Schelde in Hemiksem. De abt van Sint-Bernards verkrijgt met deze aankoop een belangrijke vergroting van de heerlijkheid Puurs, die hij vanouds bezit. De cisterciënzers van Hemiksem gebruiken Coolhem als buitenverblijf tot in 1798.
Habimus van Coolhem, heer van de heerlijkheid Coolhem, oefent de macht uit in het gebied rond het huidige Coolhembos. Vergezeld met schildknapen, zijn beste ridders en valkeniers komt hij terug van de jacht.
Valkerij is oorspronkelijk de kunst van het vangen en africhten van valken ten behoeve van de jacht. Vooral aan keizerlijke en koninklijke hoven was het een belangrijk en prestigieus tijdverdrijf tot in de 19de eeuw. Valkeniers werden soms tot de adel verheven. De stand waartoe men behoorde bepaalde vaak welke vogel men mocht gebruiken: de arend voor een keizer, het smelleken (een kleine valk) voor een jonkvrouw, de sperwer voor een priester. Valken werden overal mee naartoe genomen, zelfs naar de kerk. De valkeniers in de ommegang tonen enkele roofvogels. Deze worden gebruikt voor de lage vlucht en de jacht op haar- en veerwild, behalve de kerkuil want daar wordt niet mee gejaagd. In tegenstelling tot de vogels in de ommegang zijn valken vogels van de hoge vlucht. Twee mannen dragen een zogenaamde “cagie”. Hier kunnen meerdere vogels op geposteerd worden, in afwachting van de jacht.
VOLGENDE GROEP
OVERZICHT
VORIGE GROEP