De Kalfortse parochiezaal

De parochiezaal was huisvesting van zovele verenigingen, catecheselokaal, feestzaal, zondags café enzovoort, kortom de ontmoetingsplaats bij uitstek voor de Kalfortenaren.

Het oudste gedeelte en catechese- en vergaderlokaal was beter bekend als "Vrededaal", laatste overblijfsel van het oude 14e eeuwse gasthuis van Kalfort. Dit gasthuis, dat werd bediend door Augustinessen-Gasthuiszusters, werd verwoest tijdens de Godsdienstoorlogen in de 16e eeuw. Wat overbleef, werd ingericht als woning van de kapelaan. Dit bleef zo tot in 1795 bij de Franse bezetting, toen vele kerkelijke eigendommen verbeurd werden verklaard. Het kapelaanshuis werd als gendarmerie ingericht. Voortaan was het huis gemeentelijk eigendom en dit bleef het ook na het einde van de Franse bezetting, tijdens het Hollandse bewind (1815-1830) en na de Belgische onafhankelijkheid.

In 1836 werd Breendonk afgescheiden van Puurs en een aparte gemeente. In een akte van verkaveling van 1840 werd de oude gendarmerie - ondanks hevig protest van Ferdinand Van Heymbeeck, toen rector van de kapel van Kalfort - eigendom van de gemeente Breendonk. Het bleef dienen als gendarmerie. Pas in 1875 (lang na de oprichting van de nieuwe parochie en de bouw van de nieuwe kerk) slaagde pastoor Franciscus Egidius Van den Bossche erin de oude gendarmerie voor 4.500 fr. van Breendonk terug te kopen.

De gebouwen werden toen grotendeels gesloopt en hetgeen van het oude gasthuis overbleef, diende een tijd lang als magazijn voor de kerk. In 1929 was dat gebouw erg vervallen, zodat pastoor Donatus Verrijdt en zijn Kerkfabriek de toelating vroegen het te herstellen en er tegelijk een stuk aan te bouwen. De kosten werden geraamd op 32.000 fr.! Dit werd de huidige parochiezaal. Toen luidde het dat de vergroting er kwam om een catecheselokaal en een bergplaats in onder te brengen. Begin 1930 was de oude gendarmerie van binnen hersteld en omgebouwd tot woonst van de koster van de parochie. In 1931 werd Vrededaal ook langs buiten opgeknapt.

Voor tientallen jaren bleef de toestand nu ongewijzigd. De vele parochiale verenigingen die na 1930 ontstonden, vonden hun plaats in de zaal (Eucharistische Kruistocht, Boeren- en Boerinnengilde, Chiro, KWB). En de kostersfamilie Borghmans bewoonde het oude Vrededaal. Door de afbraak van de oude kerk in 1977 werd de parochiezaal twee jaar lang noodkerk. De verenigingen weken tijdelijk uit naar de kleuterschool en het chiroheem. Maar na de opening van de nieuwe kerk werd alles opnieuw het oude.

Hendrik Vermeeren was de laatste koster die Vrededaal bewoonde. Daarna bleef het een tijdje leegstaan. Pas in 1985 werd beslist tot een grondige verbouwing. Het oude kosterhuis werd catechese- en vergaderlokaal. Het "kleine zaaltje" van de parochiezaal werd café, de "grote zaal" - oud podium inbegrepen - bleef feestzaal. Onder de bezielende leiding van Désiré Meersmans (1929-2001) bloeide de parochiezaal. Het comité realiseerde de inrichting van een vergaderlokaal op de eerste verdieping van Vrededaal.

In 1994 kwam het ommegangcomité in de problemen. Zaal De Hert werd afgebroken en kon dus niet langer als magazijn worden gebruikt. Er werd beslist om aan de parochiezaal een polyvalent magazijn te bouwen. De bovenverdieping is permanente magazijnruimte voor de kledij van de ommegang. De benedenverdieping wordt tijdens het jaar polyvalent gebruikt; vanaf juni tot begin september is het de pasruimte voor de ommegang. In 1995 werden de nieuwe ruimtes in gebruik genomen. Tegelijkertijd werd de bovenverdieping en het dak van het oude kostershuis grondig aangepakt. In 1999 vond de jeugdpastor van de dekenij er onderdak.

Vanaf 2002 bestonden er plannen om de parochiezaal te vernieuwen of een nieuwe gemeenschapsinfrastructuur te bouwen. Uiteindelijk werd beslist de parochiezaal af te breken. Het oudste gedeelte werd verkocht om er een brasserie van te maken. Na een laatste bal populaire werd de parochiezaal afgebroken in september 2013.