Onderpastoor Désiré De Beucker

Een merkwaardige en kleurrijke figuur uit de Kalfortse parochiale geschiedenis is zeker en vast onderpastoor De Beucker. Désiré Marie Joseph De Beucker werd geboren te Bouwel op 11 maart 1865. In 1892 werd hij tot priester gewijd. Drie jaar lang was hij leraar aan het Klein Seminarie te Mechelen.

In 1894 werd hij onderpastoor te Kalfort. Hier hielp hij pastoor Egidius Van den Bossche, van wie hij schreef : "Hij was een stille, eenvoudig man. Ik herinner mij niet hem ooit kwaad gezien te hebben". Dat laatste gold voor De Beucker zelf zeker niet. Hij was een opvallende onderpastoor, recht voor de raap. Hij viste in de Molenbeek en joeg als een echte stroper in de bossen.

De Beucker was sterk politiek geëngageerd. Zijn antisocialistische en antiliberale denkbeelden brachten hem in conflict met de "juge" of vrederechter. Hierdoor kwam het dat hij mee onder druk van pater Hendrik Bloete in 1909 overgeplaatst werd naar Schaffen, waar hij pastoor werd.

In Schaffen maakte hij de Eerste Wereldoorlog mee. De gebeurtenissen in 1914 zouden hem blijvend tekenen. Op 15 augustus van dat jaar verschenen de Duitse Uhlanen te Schaffen. Belgische karabiniers schoten er vanuit Diest enkele neer. De Uhlanen beweerden echter dat er door gewone burgers (of vrijschutters) vanuit de kerktoren van Schaffen op hen was geschoten. Dit leidde tot de al van andere plaatsen gekende repressailles. Op zondag 16 augustus trokken de Duitse troepen Schaffen binnen. Een groot deel van de bevolking was gevlucht. De pastoor en vele van zijn parochianen waren nochtans gebleven. Onder het mom dat ze op zoek waren naar vrijschutters, werden de deuren van de huizen met bijlen opengekapt en een groot deel van het dorp in de as gelegd. 23 burgers verloren hierbij het leven. Pastoor De Beucker werd met vijf andere personen gevangen genomen en door de Duitsers beschuldigd de leider van de vrijschutters te zijn. Hij moest vernedering en mishandeling doorstaan. De Duitse soldaten riepen hem meermaals toe : "Keer u om, zie naar de kerktoren, het is de laatste keer dat ge hem zien zult; kijk naar de zon, ge zult de zonsondergang niet meer beleven". Tot 's avonds moest De Beucker deze beproeving doorstaan. Op het einde vroeg hij tot 20 keer toe : "Doodt mij en laat de andere gevangenen los". Maar de Duitsers hielden niet af. Uiteindelijk viel de pastoor bewusteloos op de grond. Om vier uur 's morgens kwam hij weer bij bewustzijn en werd door enkele parochianen op de been geholpen. Lange tijd zweefde hij tussen leven en dood, maar uiteindelijk werd hij weer de oude. Schaffen en zijn pastoor zouden 1914 niet licht meer vergeten.

In 1920 werd Désiré De Beucker aalmoezenier bij de Liefdezusters van de Verrezen Zaligmaker te Pamel. In 1926 ging hij op rust en woonde achtereenvolgens te Noorderwijk en te Bouwel. Daar werd hij uitgebreid gevierd ter ere van zijn 60-jarig priesterjubileum. Heel wat Kalfortenaren zouden hem dan gaan bezoeken. De Beucker stierf te Bouwel op de gezegende leeftijd van 89 jaar op 25 juni 1956, na een lang en avontuurlijk leven.