Fragmenten uit 50 jaar koorgeschiedenis

Bij de H. Mis hoort gezang. Van bij de stichting van de parochie Kalfort waren er mannen met stem die het doksaal beklommen om de liturgische vieringen met latijnse gezangen op te luisteren. Of we al van een koor in de echte zin van het woord kunnen spreken, is minder duidelijk. Tenminste, we hebben er geen documenten van gevonden. Mijn grootvader, Henri Moons ofte Heintje Moons, beklom al in 1899 voor het eerst het oksaal, getuige de decoratie die men in 1949 voor hem aanvroeg voor zijn "50 jaar zanger in dienst van de Kerk". Hij was zeker niet de enige. Koster Felicien Borghmans omringde zich in de jaren '30 met getalenteerde zangers.

Van een echt koor vonden we maar een schriftelijke neerslag na de Tweede Wereldoorlog. "Ten einde de koorzang in hoedanigheid op te drijven en aldus de goddelijke diensten meer luister bij te zetten" werd in 1944, onmiddellijk na de oorlog, het Zangkoor Onze-Lieve-Vrouw ten Traan opgericht. Althans, dan begint het verslagboek, dat in het parochiaal archief wordt bewaard. De eerste ledenlijst ziet er als volgt uit : erevoorzitter : de pastoor; voorzitter : Frans Scheltjens; koster-penningmeester : Felicien Borghmans; kerkmeesters-ereleden : Karel Spruyt, Emiel Janssens, August Moons, Désiré Cools, Désiré Mees, Jan Maes, Jan Schellemans en Louis Van Achter. Het zangersveld werd bemand door Henri Moons, Gustaaf Apers, Antoon en Norbert Borghmans, Antoon De Bondt, Edgard Dehoux, Frans Dehoux (secretaris en koorleider), Antoon De Pauw, Jan De Pauw, Raymond De Wachter, Frans Leyers, Frans Maes, Jan Merckx, Jos Michiels, August Moons, Juul Moons, Victor Salen, Jozef Saerens, Paul Schampaert, Leo Van Herstraeten, Frans Van Hoeyweghen, André Vertongen, Frans Vertongen, Willy Vertongen, Jozef Meersmans, Albert Moons, Frans Moons, Hendrik Meersmans, Jan Aerts, Jan Van den Heuvel en Frans Lemmens. Later lezen we nog de namen van Lucien De Geyter, Urb. Cleymans, Karel De Smedt, Kamiel Piessens, Jean Van Keer, Theo De Hertog, Jos Schevenhals, Louis Bosserez, Louis De Boeck, Denis Decat, Leo Schampaert, J. Eeraerts, Jules Lambrechts en Marcel Decat.

Het koor zong elke zondag de hoogmis. Zware boetes waren er voor afwezigheden van de zangers : 20 fr. bij afwezigheid op de maandelijkse vergadering, 5 fr. bij afwezigheid op de wekelijkse repetitie op woensdag, 10 fr. bij afwezigheid in de processie van Hoogwaardig en van de begankenis, 10 fr. bij afwezigheid in het lof met plechtig karakter, 5 fr. bij afwezigheid op de zondag zowel in de vroegmis als in de hoogmis. Over deze boetes ontspon zich op 11 september 1949 een harde discussie tussen voorzitter en secretaris.

Om de drie jaar werd een algemene vergadering gehouden, waarop het nieuwe bestuur werd gekozen. In 1949 waren dit : voorzitter Jan Merckx, secretaris Frans Moons, schatbewaarder Felicien Borghmans, koorleider Frans Dehoux en praeses Frans Scheltjens. Het bestuur bleef haast 10 jaar in dezelfde handen.

1955 werd een zwart jaar voor het koor. Alle bestuursleden, de koorleider incluis, gaven hun ontslag. Na een zware vergadering werd Marcel Decat als de volgende koorleider aangesteld. Over de redenen van de ontslagen werd in het verslagboek, dat hier ook eindigt, niets geschreven.

In boeken gestaafd

Ten jare 1953 op 10 Oogst trad onze collega-zanger en waardig lid van ons koor in het huwelijk te Wintam, het heette te zijn Lode Bosserez van Kalfort-Dorp. De Mis die te 11 u. zou plaats vinden, moest omwille onvoorziene omstandigheden met een uur vertraging aanvangen, zegge stipt te 12 u. 's middags.

Reeds van 10 u. stonden naast de kerk tientallen auto's geparkeerd, waaronder een viertal snelheid-racers van het zangkoor zelf. Het ongeduld van onze zangers werd zoals reeds gemeld ten zeerste beproefd, mede door het feit van onzekerheid nopens het al-of niet functioneren van het orgel en de onevenwichtige toestand van kosters karakter in loco en de van dorst hongerende stemmen der beproefden. Het dient echter vermeld, dat de zang en de muziek in de mis zelf een voorbeeld was niet alleen van uitvoering, maar ook van uitwendig vertoon voor de buitenstaanders.

Toen dan te 1 u 30 de baan werd vrijgemaakt voor de start, vertrokken in stoet de drie vierwielwagens met de belhamels van het koor, aangevuld met een paar vaardige techniekers van automobiel en verzekeringen. Hier dient even stilgestaan bij de "geste" die door ons medelid Spiessens werd gesteld - hij offerde zich op en voerde met zijn wagen ouderdomsdeken, proost en jonge zangers waardig huiswaarts; hij weze er voor gefeliciteerd, evenals dhr. Scheltens, deken der zangers, die zijn diep-beproefde echtgenote diende te verzorgen bij een delicate kwestie, die daarom beter niet worde vermeld. Hulde weze hier ook gebracht aan onze E.H. Proost om zijn hulpvaardigheid ten dienst van 't koor en de dirigent en orgelist.

De reis leidde dan alover Dendermonde en Grembergen, waar even werd gestopt, naar Zele "Kroon", waar ons op een minimum van tijd een flink kriekensouper werd klaargemaakt. Het scheen echter dat de magen vooralsnog niet hongerden naar de kip, zoals naar de gerechtigheid, zegt het evangelie, want voor het diner, dat als souper te 5 u. zou plaats hebben, werd nog even langs een moeilijk pad ter herberge opwaarts gewandeld, alwaar een leutig juke-box-liedje de stemming op zenith bracht. Het moet zijn, dat ook de pruim, evenals het mostaardzaadje ergens in de H. Boeken moet staan, want zij diende hier als voorgerecht, met gulle handen gegeten door de voorzitter en ook wel door enkele andere zangers; was het van dorst of honger - wie zal het ooit zeggen ?

Het kippenmaal verliep vlot en te 6 u. werd de calvarietocht verder gezet langs "de warme landen"; het scheen echter, dat geen juke-boxes konden worden verkocht en ook geen voorschot kon worden gegeven. Langs Vlaanderens kronkelige wegen, arriveerde de bende alover Hamme te Mille Pommes (ook genoemd duizend appels) alwaar het vat van pijn en leute werd volgetapt. Het moet wel zijn dat de drinkers van de bloeiende wijngaarden groot in aantal zijn, want alhier gebeurde het dat een ledig vat diende vervangen en een vol diende ontstopt. Twintig handen stonden hiervoor klaar; was het de geur van kelder en bier, die onze zangertjes bekroop, wie zal het ooit vertellen ? Waar bieren Van den Heuvel worden gedronken, was het ook hier dat onze waardige Jan met waardige hand de priem joeg door de stop al in het hart van het spuitende vat. Maar wat gebeurde er daar nog ? Onschuldig is de mens, die zijnen dorste laaft en zijne handen draagt, waar moeder ze hem stelde, voor werk of voor de kerk, waarom ook niet na 't werk en buiten Godes kerke, ter delging van het vuur dat zijne ziele schroeit. Zo zagen wij ons mensen, de handen geklemd rond 't glanzend vocht en vingeren rond de fles, rondom die zachte hals van Bacchus' lieve kind. Doch wie beschrijft het al, zoniet historicus, die wel de feiten ziet en uitdiept, maar alles laat zoals het was. Toen dan de tocht verder ging onder leiding van de turnleraar, werd al langs de Normandische Kust afgezwenkt naar Lokeren om daarna in een snelheidsrace rechtstreeks dood te lopen te Kalfort om 11.15 u.

Hier spreke men dan het wijze woord : "De vrouw heeft veel van het kind, maar weinig van diens onschuld...". Ziet hoe zij daar stonden bij de thuiskomst, de woorden van het Evangelie werden er bewaarheid : "Als huilende wolfjes en gapende leeuwen zullen zij u aanstaren en zeggen : zes uur te laat zijt gij gekomen, wij hadden u vroeger verwacht." In stilte werd geafscheid na een laatste leute ter stamlokale van zangerskoor. De klok sloeg - hoe laat ? Wie zal het ooit verhalen ?

In waarheid en deugd geboekstaafd door een lid - praesens in locis - te Kalfort 11 Oogst 1953.

Marcel Decat poogde met wisselend succes het danig geslonken groepje mannen aan het zingen te houden. Na een tijdje hield hij er ook mee op. Het mannenkoor bleef nochtans bestaan o.l.v. de koster Felicien Borghmans en na diens ontslag o.l.v. de nieuwe koster Hendrik Vermeeren. Jan Van den Heuvel bleef al die jaren trouw op post en werd hier ook voor vereremerkt.

Ondertussen was André Schampaert gestart met een jeugdkoor, dat in de jaren zestig furore maakte. Hij werd ca. 1970 opgevolgd door Jo Saerens, die de fakkel doorgaf aan Marcel Decat. Marcel leidde het koor tot bij de afbraak van de oude kerk in 1977. Opnieuw was het de koster die poogde de verschillende koren in leven te houden.

In 1974 nam André Schampaert een nieuw initiatief voor een vrouwenzangkoor, waarbij een 25-tal koorleden begonnen met de wekelijkse repetities om vervolgens om de veertien dagen de zondagmorgenvieringen op te luisteren. Het koor kreeg naam en faam in Kalfort en algauw zong het koor Onze-Lieve-Vrouw-ten-Traan tijdens vieringen, bruiloften en jubilea. Het tweestemmig koor had ondertussen 'versterking' gekregen van enkele mannen en jongeren.

In 1986 volgde de huidige dirigent Fons Cools zijn voorganger André Schampaert op. De dirigent werd zanger en de zanger werd dirigent. Fons Cools had reeds vroeger enkele keren de plaats van André Schampaert ingenomen tijdens zijn afwezigheid. De activiteiten van het parochiekoor lopen overigens parallel met de kerkelijke feestdagen. De optredens tijdens deze kerkelijke feestdagen zijn steeds hoogtepunten van de vereniging.