Kroniek van Kalfort, 1885-1890


De periode 1885-1890 staat in Kalfort in het teken van het "onveiligheidsgevoel". Zonder enige twijfel zullen de mensen toen hebben geklaagd over de vele diefstallen, geweldplegingen en ongevallen die zich voordeden. Veldwachter Jan De Schryver en de gendarmerie hadden hun handen vol. Lees met ons mee in het Nieuwsblad van het kanton Puers en ontdek de zaken die toen over de tongen rolden!

Ongevallen

Woensdag 8 juli 1885. De 15-jarige Jan, zoon van Philippus Boons, wonende aan het kapelleke den Appel, was met een mand paling gaan "trappen". Kinderen die 's middags in de beek gingen zwemmen, zagen de kleren van Jan aan de voet van een boom liggen. Na vele pogingen vonden ze het lijk van de verdronken Jan.
Vrijdag 31 juli 1885. Op de lijn Antwerpen-Douai deed zich rond zes uur 's morgens een ongeval voor dat zich gelukkig beperkte tot stoffelijke schade. Van de trein die vanuit Boom in de richting van Puurs reed, brak een wiel van de kolenwagon, waardoor ter hoogte van het Moer de trein ontspoorde. De baan bleef hierdoor belemmerd tot 11 ure voormiddag. De reizigers kwamen er met de schrik vanaf.

Donderdag 27 augustus 1885. Een zekere Peeters, bareelwachter op de spoorbaan Mechelen-Terneuzen aan de eerste bareel in Kalfort, paste - om wat geld bij te verdienen - op enkele paarden, die ter gelegenheid van de begankenis in de afspanning achter de bareel waren gestald. Rond 11 uur kreeg hij van een klein paard een hoefslag, zodat de slagader tussen buik en bovenbil werd verpletterd. De ongelukkige liep nog enkele meters naar zijn wachthuisje, maar verloor het bewustzijn en bloedde op korte tijd dood. De 42-jarige Peeters was getrouwd en vader van 8 of 9 kinderen. Zijn vrouw is baanwachtster aan de tweede bareel op hetzelfde spoor te Kalfort.

Zaterdag 10 juli 1886. Constant Marnef, wonende in de Luiaardshoek, viel van een kar hooi die hij aan 't laden was in het Moer te Kalfort. De val werd veroorzaakt door het vooruitspringen van het paard. De man stuikte op de schouder en bekwam levensgevaarlijke inwendige breuken.

Zondag 29 augustus 1886. Om vier uur deden zes personen van Boom, vier meisjes en twee jongens, allen ongeveer 20 jaar oud, een pleziertochtje in een ijzeren boot naar de kermis van Kalfort. Aan het "Eykevlietsch-gat" ging een van de jongeren, Louis De Jonghe, aan wal om de boot met een koord voort te trekken. Toen zetten de vrouwen zich alle vier langs dezelfde kant om hun vriend Alfons Thieri toe te laten een eindje touw aan De Jonghe te werpen. Door die verplaatsing kantelde de boot om, met het verschrikkelijk gevolg dat vier personen verdronken. De slachtoffers waren allen afkomstig van Boom en ongehuwd: Regine Vanden Briel (°12/01/1860) en Joanna Vanden Briel (°4/08/1867), welke de steun waren van hun moeder-weduwe; Isabella Férauche (°3/09/1867), de onderstand van een vader-weduwnaar; en Alfons Thieri, smid en maker van het ijzeren bootje (°2/01/1864), de rechterarm van zijn oude vader-weduwnaar. De vijfde persoon, Maria Thieri, zuster van Alfons, werd gered door schipper Clerebout van de Eikse Amer.

Donderdag 24 februari 1887. Jules Van Damme, een jongeman uit Kalfort, had enige tijd geleden zijn voet omgeslagen. Omdat de verstuiking niet goed was verzorgd, was de voet ontstoken en moest hij in het gasthuis van Puurs worden afgezet. Op zondag 27 maart mocht hij terug naar huis. De fanfaremaatschappij van Kalfort, waarvan Jules spelend lid was, haalde hem af in Puurs, onder het spelen van pas redoublés. Het rijtuig van dokter Janssens voerde de jongeling achter de fanfare.

Zondag 30 oktober 1887. Onweer veroorzaakte overal veel schade. In de Puurse Hoogstraat stortte het dak van een kleine stalling in. In Kalfort werden twee personen aan het hoofd gekwetst door rondslingerende pannen.

Dinsdag 21 mei 1889. Rond half twaalf 's middags brak er op de Essendries brand uit in de houten schuur van landbouwer Frans Van Hoeck. De bewoners waren aan het patatten aanhakken op een stuk land gelegen tegen Liezele, toen het vuur hun huis verwoestte. Op het ogenblik van de ramp deed de oude vader met de twee kinderen van zijn zoon die bij hem inwoonde een middagdutje. De buren konden ze gelukkig op tijd wekken. Schuur en woonhuis zijn met heel de inboedel afgebrand. Niets was verzekerd, zodat deze mensen totaal geruïneerd zijn. Het Nieuwsblad deelde "onder voorbehoud" ook mee, dat de buren alles lieten afbranden, omdat zij in de verkeerde veronderstelling verkeerden dat alles was verzekerd! De oorzaak van de brand was niet gekend.

Criminaliteit

Zaterdag 16 mei 1885. Boswachter P. Maes van Kalfort werd door een sterke manskerel langs achter aangevallen, die hem zegde: "ge hebt mij eens wat gebakken, 'k zal u nu ook eens wat draaien", hem op de grond gooide en vervolgens in een gracht duwde. Op het hulpgeroep van de boswachter kwamen enkele mannen toegeschoten waardoor de aanvaller op de vlucht ging. De boswachter loste een pistoolschot. De kwaaddoener moet, gelooft men, in de worsteling een goede schram in de hals bekomen hebben. Een onderzoek is ingesteld. Men denkt op zijn spoor te zijn.

Zondag 7 september 1886. Rond vijf uur in de namiddag ontstond er aan de vijf huizen in Kalfort ruzie tussen Petrus Desmet, bareelwachter aan de spoorweg en zijn buurman zoutleurder Karel Flies, bijgenaamd de Kilo. Na een korte woordenwisseling gaf Desmet aan Flies een stamp en ging naar huis. Maar Flies haalde in zijn woning een oude zeis en verwondde Desmet ermee aan de rechterbovenarm. Het slachtoffer, dat verschrikkelijk veel bloed verloor uit de wonde van 10 cm groot, werd onmiddellijk naar zijn bareelhuisje gebracht. De dokters Janssens en De Cock verzorgden de wonde, waarna Desmet naar het gasthuis van Puurs werd overgebracht. Flies is door veldwachter Frans De Schryver aangehouden en in de gendarmerie opgesloten. Het parket van Mechelen kwam 's maandags ter plaatse. Flies werd afgevoerd naar Mechelen en ter beschikking gesteld van de procureurs des konings. De volgende dag was hij opnieuw vrij. Ook het slachtoffer kon maandag het gasthuis al verlaten. Was het van de schermutseling of zat er meer achter? In elk geval werd Desmet enkele maanden later "naar 't zinneloozen gesticht te Gheel" overgebracht.

Maandag 18 juli 1887. Vier mannen waren bezig met kiekens te stelen bij de weduwe Leys in Kalfort. Toen zij met hun buit wilden vluchten, liepen twee kiekendieven in handen van de gendarmen, die van een dienstopdracht op de kermis van Wintam terugkwamen. De twee andere daders zijn ontsnapt.

Woensdag 16 november. Dieven proberen tevergeefs in te breken in het kapelleke aan M. Nuten in Kalfort.

Zondag 4 november 1888. Van alle kanten komen berichten van diefstallen deze week gepleegd in onze omstreken. Mocht het gerecht de daders spoedig kunnen grijpen! Verleden zondagmorgen ontdekte de weduwe Leysen, landbouwster en herbergierster te Kalfortdorp dat er 230 frank was verdwenen. Dit geld, afkomstig van de verkoop en levering van een slachtbeest aan beenhouwer E.V., was door haar in een korf op een kist gezet.

Zondag 17 november 1888. Twee mannen drongen binnen bij Victor Meeus in herberg Het Bierhol in Coolhem, terwijl de baas naar Ruisbroek een boodschap was gaan doen. De 19-jarige Louise Van Heymbeeck, meid en nicht van de eigenaar, was in de keuken toen de twee mannen aldaar langs achter binnenkwamen. De kwaaddoeners vielen haar aan, wierpen ze op de grond, gooiden een doek over haar gezicht en staken daarna een prop in haar mond. Vervolgens legden zij met een kruiszeel een strop over de hals en maakten het andere vast aan een pikkel van de "cuisinière". Een van de dieven ging dan in de kelderkamer op zoek naar waardevolle voorwerpen. Ze openden de kas met valse sleutels en stalen meer dan tweehonderd frank en juwelen ter waarde van nog eens vierhonderd frank (tien gouden ringen, drie paar oorbellen en twee gouden kettingen met een kruisje). De gendarmerie van Puers zoekt de daders en volgt een ernstig spoor.

Zaterdag 16 maart 1889. Ten nadele van Jan De Decker, landbouwer op de Kleine Amer, werden vier kiekens gestolen. Bij Petrus Maes, boswachter en landbouwer op de Dries, werden vijf kiekens en vijf duiven ontvreemd.
Dinsdag 17 juni 1889. Verschillende diefstallen met braak zijn in de nacht van dinsdag op woensdag gepleegd. Te Kalfort bij de weduwe Bettens; op de Essendries werd een geit gestolen; bij de weduwe Leys, in 't dorp, drie kiekens; en bij de weduwe Veeckmans, aan de steenweg tussen Puurs en Kalfort, vijf kiekens en een haan.

Zaterdag 7 september 1889. Bij Jos. Verbeeck, landbouwer op Hoek ten Eike werd een diefstal gepleegd. De man was gedurende die tijd om patatten en de vrouw eveneens naar 't veld. Toen zij thuis kwamen vonden zij een kist opengebroken met een bijl of breekijzer. Onder het lijnwaad is een bankbrief van 100 fr. gestolen. Spoedig werd een onderzoek ingesteld door veldwachter De Schryver. Tijdens een huiszoeking werd bij een zekere L.L., buur van Verbeeck en vader van drie kinderen, het bankbriefje gevonden. L.L. werd aangehouden.
Ook Constant Bettens, het zogenaamde "Molleken van Calfort", is door de gendarmerie aangehouden onder beschuldiging van bedelarij, met bedreiging van brandstichting en doodsbedreigingen tegenover de gendarmerie.

Personalia

In 1886 behaalde Joseph Vertongen het diploma van hoefsmid in de veeartsenijschool van Kuregem. De fanfaremaatschappij, waarvan Vertongen deel uitmaakte, haalde de gediplomeerde op tweede paasdag af aan het station van Puurs.

August Huygens van Wolverthem werd in de zitting van de gemeenteraad van maandag 3 mei 1886 benoemd tot hoofdonderwijzer in de gemeenteschool van Kalfort, ter vervanging van de overleden meneer Boodts.

Vanuit diezelfde school kwamen in november 1888 de uitslagen van de prijskamp tussen de lagere scholen. Vier leerlingen die deelnamen, bekwamen het diploma, als volgt: Th. Moons, 162,8 punten; L. Lemmens, 153,5 punten; Fl. Drossaert, 152,9 punten; Fr. Kerremans, 122 punten. Th. Moons ontving ook het diploma meetkunde.

Op maandag 28 juni 1886 werd de negende zoon van het echtpaar Moons-Kerremans geboren, waarvan er nu zeven in leven zijn. Naar aanleiding van de aanvraag van de traditionele 150 frank voor "koningspeterschap", heeft men echter een nota van de geboorteakten van het huisgezin gevraagd en omdat het de zevende zoon niet meer is, maar wel de negende, werd de aanvraag afgewezen. "Vroeger zag men, dunkt ons, zoo nauw niet; maar Zijne Majesteit krijgt te veel peters. Hij komt niet meer toe met de 50000 fr. die daar jaarlijks voor bestemd zijn." Niettemin werd in Kalfort gefeest. Het kanon bulderde, de fanfare heeft het gelukkige echtpaar en de kleine Joseph-Leopold met een serenade vereerd en de huizen van de Schipstraat waren bevlagd. Peter werd schepen Jos. De Block, meter Madame Van Assche.

Tot slot een advertentie uit 1887, geplaatst door Karel Flies, die we nog kennen van de aanslag met een zeis op Peer Desmet:
C.L. Flies, te Kalfort, laat weten dat bij hem 25 canarievogels te krijgen zijn, allerbeste van gezang, lang en dun met schone toppen op de kop. Gauw! Gauw!... want 't is bij den kilo, en hij heeft geerne nen borrel, en hij gaat voor een maand in promissie. Algauw! te Calfort tegen de kerk.

Varia

Op vrijdag 6 februari 1885 vond de loting plaats voor het militiekanton Puurs. Voor Kalfort en Puurs waren 30 lotelingen ingeschreven. In december 1886 werd bericht dat het gemeentebestuur van Puurs overging tot de aanbesteding van de verlichting in de straten van Puurs centrum en Kalfort. Op 23 juli 1887 werden de "gezondheidswerken" uit te voeren in Kalfortdorp aanbesteed in Antwerpen. E. Caluwaerts uit Puurs mocht de werken uitvoeren voor 4258 frank. In 1887 werd een koninklijk besluit uitgevaardigd, waardoor de herstelling van de kerktoren van Kalfort werd toegestaan.

In maart 1888 werden er in de streek wolven gesignaleerd. Het Nieuwsblad schreef hierover: "Wanneer men over eenige dagen een dagblad in handen nam, zou men geschrikt en gebeefd hebben om een reisje langs de oevers van den Rupel te doen, onveilig geworden door het verblijf van wolven. - Wolven, overal wolven !... Te Niel, Hemixem enz. werden er verschillige gezien, op Sauvegarde was er een op den ijzeren weg doodgereden, te Calfort werd Mr. Eug. van den Wiele door een andere aangevallen, de boschwachter werd zelfs gebeten enz. enz. Nu, we wonen wij hier nog altijd gerust en veilig, van wilde beesten zijn hier geen sporen te ontdekken. De uitslag van een klein onderzoek naar hetgeen al die valsche tijdingen kon in omloop brengen, heeft ons bewezen dat het eenvoudiglijk 't overrijden van een herdershond is, dat hiertoe aanleiding gaf. - En zeggen dat de Brusselse dagbladjes, die zoo goed op hun eigen stoeffen, ons al eene heele wolvenhistorie aanbrachten, eer wij iets stellig te weten kwamen."
August Huygens

Nullamlacus dui ipsum conseque loborttis

Nullamlacus dui ipsum conseque loborttis non euisque morbi penas dapibulum orna. Urnaultrices quis curabitur phasellentesque.

Continue Reading »