Kroniek van Kalfort, 1875-1880


Op kerkelijk vlak floreerde Kalfort in de jaren 1875-1880. De nieuwe pastoor Van den Bossche zorgde ervoor dat de nieuwe kerk werd ingewijd en dat voor Onze-Lieve-Vrouw een nieuwe mantel werd besteld. Hij kreeg ook versterking van een nieuwe onderpastoor. Voor de rest ging het leven in Kalfort - zoals zovele dorpen toen katholiek en landelijk - zijn gewone rustige gangetje.

Katholiek zijn was in Puurs tot in de jaren zeventig van de negentiende eeuw een vanzelfsprekendheid. Wereldlijk en kerkelijk gezag gingen in België hand in hand en de positie van de Kerk werd niet bedreigd. Ook in Puurs kon burgemeester Verbelen het goed vinden met zijn pastoors. De schok was dan ook des te groter toen er in 1878 een radicaal-liberaal ministerie aan de macht kwam en er voor het eerst een échte partijstrijd losbarstte.


Kerkelijk nieuws

Op 4 mei 1879 schreef het Nieuwsblad van het kanton Puers dat E.H. Celis tot onderpastoor in Kalfort werd benoemd. Pastoor Van den Bossche kreeg hiermee versterking. Dit getuigde zeker van de groei van de parochie Kalfort. Nochtans was het financieel allemaal niet zo rooskleurig. De afwerking van de kerk, die ondertussen al langer dan tien jaar was gebouwd, ging slechts schoorvoetend vooruit. Op 14 juli 1878 werd een som van 654,17 frank toegestaan aan de Kerkfabriek om te starten met het vloeren van de kerk. Dit gebeurde nadat de kerk uiteindelijk plechtig was ingewijd.

Het was op 1 juli 1878 dat Mgr. Anthonis, hulpbisschop van Mechelen, de kerk van Kalfort inwijdde. Het Nieuwsblad publiceerde het volgende verslag.

"Laatstleden maandag werd de kerk van Calfort plechtig ingewijd of geconsacreerd door Zijne Hoogweerdigheid Mgr. Anthonis. Nooit hebben wij een meer indrukwekkende plechtigheid bijgewoond. Deze is wel bekwaam om ons eerbied voor onze kerken in te boezemen. De ceremoniën der kerkwijding zijn zo menigvuldig en zo verscheiden, dat het niet mogelijk zou zijn in ons blad daarvan een korte beschrijving te geven. Nochtans zullen wij er iets van zeggen.

De Bisschop bijgestaan door vele priesters begeeft zich op gestelde uur naar de kerk om de wijding te beginnen, maar bij de kerk komende vindt hij de deur er van gesloten. Hij knielt daar met al de hulppriesters neder en na verscheidene gebeden gestort te hebben, staat hij op, stoot met zijnen bisschoppelijke staf op de deur, roepende: "dat zij geopend zou worden voor de God en Heer, die er zijn woonplaats wil van maken". Driemaal gaat hij dan buiten rond de kerk, dezelve met gewijd water besproeiende, en telkens hij bij de deur weder komt, stoot hij, zo als de eerste maal, met de staf op dezelve. De derde maal wordt de deur geopend, de Bisschop treedt binnen en zegt: "vrede zij den huize". Bij de ingang der kerk tekent hij eerst de vloer en later de deur met een kruis, opdat allen die er langs zullen in de kerk gaan, ook de deur des hemels eens mogen binnen treden.

Daarna knielt de Bisschop met allen die hem bijstaan in het midden der kerk op den vloer neder, hij bidt een ruime tijd en dan gaat hij driemaal rond de kerk, die van binnen met gewijd water besproeiende. Later zalft hij, met daartoe gewijde olie, de muren der kerk op twaalf door een kruis aangeduide plaats, alsook het buitendeel der kerkdeur.

De wijding van het altaar is bijzonder plechtig. Het altaar en namelijk de altaarsteen, waar de consecratie onder de misse moet op gebeuren, wordt minstens zeven verscheidene keren met H. Olie gezalfd. In die steen is een ingekapte diepte of holte, die genoemd wordt het graf van den autaar. In dat graf worden door de Bisschop gelegd en weggesloten H. Relikwieën, beenderen van H. Martelaren, die tot dat einde door de Bisschop zijn medegebracht en die tijdens de wijding der kerk tussen brandende flambeeuwen processiewijze naar de kerk worden gedragen.

Na de wijding der kerk wijdt ook de Bisschop de altaarkleden en de plechtigheid eindigt met een solemnele misse. Wat wij bijzonder bewonderd hebben, was de aanhoudende godsvrucht der inwoners van Calfort, die in groot getal de plechtigheid van het begin tot het einde bijwoonden, niet tegenstaande deze zeer lang duurde, want reeds voor 8 ure begonnen, eindigde zij maar rond 1 uur na den middag."

De nieuwe kerk was vanzelfsprekend een belangrijk aantrekkingspunt voor de bloeiende begankenis naar Onze-Lieve-Vrouw ten Traan. Gebeurtenissen die hiermee te maken hadden, konden dan ook op grote aandacht rekenen. Op 10 mei 1875 vierde Jan Baptist Belaers uit Brussel zijn plechtige jubileum van "50 jaren bedevaart naar het miraculeus Beeld van O.L.V. ter Traan". De fanfare wachtte de jubilaris aan de grens van de gemeente op "alwaar hij met verscheidene voituren en 35-tal bedevaartgangers zal aankomen, om hen al spelende naar de Kerk te geleiden".

Ondertussen deed pastoor Van den Bossche alles wat in zijn mogelijkheden lag om de begankenis voldoende glans te geven. Zo berichtte het Nieuwblad op 5 december 1875:

"In het huis Van Severen-Vermeulen hebben wij twee rijke kunstborduurwerken aangetroffen, die van een keurige tekening en een volmaakte bewerking getuigen: het is een gewaad bestemd voor het miraculeus Beeld van O.L.V. ten Traan te Calfort (Puers). Het bestaat in een mantel en een schoot, die het O.L.V. beeld op 8 december zullen versieren en de bewondering van alle liefhebbers zullen opwekken. De mantel is geborduurd op rood fluweel met prachtige ornementen en zinnebeeldige bloemen; zij zijn gewerkt in de oude steek het kenmerk van vroegere eeuwen, toen die kunst tot een verbazende hoogte gestegen was. De schoot is doorzaaid met bloemen en spreuken uit de litanie van O.L. Vrouw, die er een karakter van godsdienstige kunst aan geven en een bewijs is, dat de familie Van Severen van Sint-Nicolaas, voor geen andere kunstenaars in dit vak moet onderdoen. Dit werk strekt haar grotelijks tot eer."

Fanfare De Verenigde Vrienden

Op donderdag 4 februari 1875 vierde het echtpaar Verbruggen zijn gouden bruiloftfeest. 's Morgens woonden de gevierden "het H. Misoffer bij in de kerk van Calfort en naderden tot de H. Tafel". De fanfare luisterde deze plechtigheid op en het ganse dorp vierde feest. Het was na de inhaling van pastoor Van den Bossche een van de eerste opgemerkte optredens van de nieuwe fanfare van Kalfort, die in 1872 was opgericht. Op 9 mei was de fanfare opnieuw van de partij om brouwer De Winter uit Oppuurs aan het station te verwelkomen. De brouwer had immers met zijn bier de gouden medaille gehaald op een internationale tentoonstelling van bier en hop in Jagenau. Een jaar later kreeg de fanfare t.g.v. een uitstapje naar Puurs alle lof toegezwaaid van het sympathiserende Nieuwsblad van het kanton Puers: "Onmogelijk zou men het mogen noemen, dat een muziekgezelschap, nog zo weinige jaren ingericht, reeds met zoveel samenhang en juistheid de "pas-redoublés" van haar repertorium uitvoert. Slechts aan de ijver der leden en aan de bekwaamheid van haren bestuurder kan men zulke uitslag toeschrijven. Die maatschappij is in volle bloei en op het rechte pad der kunst; wij wenschen haar in die baan goede voortgang, en geluk met de reeds bekomen uitslag".

Een fanfare zonder standaard of vlag is geen fanfare. Om zich herkenbaar te maken en uit te pakken met de eer en glorie van de vereniging, was dit symbool onontbeerlijk. In 1876 besliste het bestuur van de fanfare een standaard te laten vervaardigen bij het huis Van Severen in Sint-Niklaas. Deze firma had ook de nieuwe mantel voor Onze-Lieve-Vrouw ten Traan vervaardigd. De overlevering zegt dat de standaard uit hetzelfde stuk velours was gemaakt.

Op zondag 13 augustus 1876 richtte het "fanfarengenootschap van Calfort een luisterrijk Muziekfeest" in met medewerking van het Gemeentebestuur en van de harmonie van Puurs, ter gelegenheid van de inhuldiging van zijn standaard. De muziekmaatschappijen van Blaasveld, Bornem, Breendonk, Oppuurs en Puurs zegden hun medewerking toe. Alhoewel het weer snikheet was, had het feest veel volk naar Kalfort gelokt, "waar gedurende het feest 'la plus franche cordialité n'a pas cessé de regner'." En het Nieuwsblad voegde er bewonderend aan toe: "A propos, van de nieuwe standaard gesproken, het is een prachtig stuk, vervaardigd door het huis Van Severen-Vermeulen, van Sint-Nicolaas; het strekt de vervaardigers waarlijk tot eer en mag dienen als een beste aanbeveling en waarborg, dat de firma Van Severen-Vermeulen, alle vertrouwen voor dergelijke kunstgewrochten verdient. De Fanfarenmaatschappij van Calfort, mag recht trotsch zijn over haren schone en kostelijke standaard."

Op zondag 23 februari 1879 hield de fanfare van Kalfort in haar lokaal herberg De Lin een concert. Een voorbehouden plaats kostte 1 frank; een tweede plaats 0,5 frank. Om zes ure 's avonds werd het volgende programma gebracht:
1e Openingsstuk voor fanfaren
2e Voor de traliën, romance
3e Lammeken Smeerbuik
4e Variatie voor clarinette
5e Dat gaat er uit, kluchtlied
6e Valse voor piano
7e Sermoon van Bacchus, boertige voordracht
8e Jan Malheur, alleenspraak
9e Wat is de mensch, romance
10e De man wordt oud, kluchtlied
11e Een duitsche troep, fanfaren.
Het Betooverd Botervat, Boertig Tooneelstuk in twee bedrijven.

Van alles wat

Op 24 januari 1875 zou "In de Kroon" bij De Vis een conferentie plaatsvinden van het Boomteelkundig Genootschap van Bornem, met als thema "samenstelling van de voeding", maar wegens ziekte van de spreker ging de voordracht niet door.

Op zondag 4 april lezen we: "Men verzoekt ons te melden dat er zondag ter herberg van P. Lauwers-Sleebus, te Calfort, een solo-slim is gespeeld door d'heer Jan Nuten. De overige spelers waren: de Brigadier Ch. Rottiers, Joseph Wauters en L. Cloostermans. De Brigadier had picco gevraagd, zo dat d'heer Nuten solo-slim moest proposeren."

In het Belgische Staatsblad van 14 april 1875 verscheen een lijst van onderwijzers, die werden onderscheiden in de "uitoefening van hun plichten". J. Seliën van Kalfort kreeg een eervolle vermelding.

Op zondag 26 januari 1879 werd door een vreemde predikant in het lof een "sermoon van liefdadigheid" gepredikt. Daarna vond er een omhaling plaats voor het genootschap van Sint-Vincentius a Paulo.

Vanaf juli 1879 startte men met de werken aan de buurtsteenweg van Breendonk op Kalfort-Puurs.

Partijstrijd… schoolstrijd

Onmiddellijk na de vorming van de radicaal-liberale regering van Frère-Van Humbeeck liet Het Nieuwsblad van Puers haar onpartijdig masker vallen. Voortaan zou de krant zich aan haar lezers vertonen als Vlaams en katholiek. Zij werd de spreekbuis van de katholieke partij en van burgemeester Verbelen en zijn Catholieke Associatie van Puers in het bijzonder. Op 5 oktober 1878 vond er in Kalfort een vergadering plaats van de katholieke associatie. De tegenstanders van het Puurse gemeentebestuur probeerden de Kalfortenaren ervan te overtuigen dat al het geld naar Puurs ging en er voor Kalfort nauwelijks iets overbleef. Verbelen bestreed deze aantijgingen met klem:

"Mijne Heeren, Wij bedoelen u in deze vergadering te doen uitschijnen, dat onze tegenstrevers de Catholieken van Calfort zoeken te misleiden, door valsche aantijgingen, valsche geruchten, en zelfs calomniën. Om u hier van de overtuiging te geven moeten wij enkelijk doen kennen wie zij zijn en wat zij bedoelen.

Zij zijn vreemdelingen, die den twist en tweedracht die overlang tusschen ons bestond, willen doen herleven, om alzoo hunnen hatelijke en verderfelijke grondstelsels in ons midden te kunnen inplanten en die onder het voorwendsel van uwe belangen te verdedigen, niet anders verdedigen dan hunne eigen belangen.

Zijn zij niet door partijgeest aangedreven! zij die hier den blauwen geuzen standaart komen oprichten, zij die komen bestrijden de verdedigers der Catholieke partij, zij die tot hunnen hulp roepen alle de liberale en geuzenmaatschappijen der omliggende steden en dorpen, om in onze gemeente te komen manifesteren tegen de Catholieken; zooals een lid dier societeiten in zekere herberg uitriep: Wij zijn hier niet alleen geroepen om te feesten, wij zijn hier gekomen om te manifesteren, om de Puersenaren de verlichting der eeuw aan te brengen, om hun een nieuw bestuur, een nieuwe Burgemeester te geven en anderen flauwen rammel opgeraapt uit de straatbladeren der steden. Zij onbeschaamde mannen en vrouwen, die onze straten door het gezang en geschreeuw "van het ongediert der papen"... weg met de jab!... hou, hou!... a bas la Calotte!... en andere baldadigheden doen weergalmen. Zij die des nachts onder de vensters van eenen achtbaren en verdienstelijken priester de onzedelijkste, de schandaligste, de grofste dingen gaan uitroepen. Zij die in een woord bestrijden al wat goed en deftig is?

Is het nog niet den partijgeest die hun aanzet wanneer zij u tegen het gemeentebestuur komen ophitsen en u trachten te doen gelooven dat gij verstootelingen zijt, dat Puers het Leeuwenpaart in alles behoudt? wel zeker, en wij zullen u zonneklaar doen zien hoe verre Calfort misleid wordt. Wij hebben om dit te bewijzen lange en moeilijke berekeningen en opzoekingen gedaan waarvan wij de oprechtheid verzekeren en alle tegenkanting uitdagen.

Wilt voor eerst bemerken dat wij als Puers nemen het westgedeelte over de Calfortsche beek, uitmakende de sectien A en B en als Calfort het oostgedeelte over de beek, de sectien C en D samenstellende.

De bewerking gaat tot 1877, terwijl er tot verder geen bewijsstukken bestaan. De cijfering is getrokken uit de moederrollen en uit de goedgekeurde gemeente rekeningen.

Deze sectiën dragen in ontvangsten bij fr. 32700,22 verdeeld als volgt:

Grondlasten: 7593,67 (Puers); 7546,59 (Calfort)
Personeel: 6333,08 (Puers); 3925,37 (Calfort)
Patenten: 1739,91 (Puers); 761,0 (Calfort)
Octrooi: 2958,50 (Puers); 1841,50 (Calfort)
Samen: fr. 18625,16 (Puers); 14075,06 (Calfort)

Dus betaalt Puers 's jaars meerder fr. 550,10.

De volgende openbare werken zijn in de sectiën verricht.

Onder Puers
Steenweg en brug op St.-Amands: 12098
Steenweg over het Hooiveld: 4000
Statiestraat: 6841
Herstelling onderwijzerswoning: 3500
Ameublement van het hospice: 2000
fr. 32464

Onder Calfort
Steenweg op Ruysbroeck en Eykevliet: 11167
Onderwijzerswoning en school: 6570
Kerk van Calfort: 9477
Kappellerijstraat: 6636
Pastorij: 4000
Meisjesschool en woning: 4000
Vergrooting jongensschool en woning: 3000
Ameublement des scholen: 1365
1/2 vernieuwing der schoolgerieven: 1549
fr. 46764

Dus voor Calfort meerder betaald fr. 14302

Daarenboven zijn er openbare werken van algemeen nut verricht. Rectificatie en bevaarbaarheid der Vliet (8300 fr.) waarvan zeker de schipperij van Kleinen en Eikschen-Hamer de grootste voordelen trekt. Het vredegerecht (14000 fr.). De nieuwe gendarmerie heeft aan de gemeente gekost tot fr. 18864, maar deze uitgaaf moet niet in aandacht genomen worden terwijl de provincie daarover 5 % 's jaars betaalt. Zoo dat de totale uitgaven voor opgesomde werken belopen tot fr. 79228.

Volgens bijdragen in de ontvangsten zou Puers recht hebben tot 45155,76 en Calfort tot 34124,24. In deze berekeningen zijn slechts de groote werken aangebracht, het is klaar dat de kleine en onderhoudswerken in de zelfde evenredigheid zijn.

Puers draagt in den octroi tot 2/3 bij. Dus zou Puers ook in dezelve evenredigheid recht hebben tot het gemeentefonds, waarvan de verdeeling op het octroi gegrond is en uit welk de gemeente genoten heeft volgens laatste rekening tot fr. 13721, 95.

Calfort heeft 2 gemeentescholen welkers personeel in 1877 gekost heeft fr. 5713. Puers heeft eene gemeente & bewaarschool welk personeel slechts gekost heeft tot fr. 2732. Dus geniet Calfort meerder tot fr. 2981. Van onderhoudskosten geniet Calfort meer dan 2/3 der daartoe beschikte sommen.

De waag van Puers-merkt, brengt op ongeveer fr. 3875, terwijl de foire van Calfort slechts fr. 225 opbrengt.

De kerk van Puers bezit ene pastorij, die zij ten haren kosten onderhoudt. De pastorij van Calfort is aan de gemeente en moet door de gemeente onderhouden worden.

Puers heeft bij souscriptie eene meisjesschool aangekocht en ingericht zonder tusschenkomst der gemeente. Puers heeft een Gods-Gasthuis opgericht met de milde medewerking der inwoners en toelage van Staat en Provintie, maar zonder tusschenkomst der gemeente. Dit gesticht heeft meer dan fr. 36000 gekost.

Alle deze aanhalingen strekken tot bewijs van hetgene wij vroeger zegden, dat de kiezers van Calfort door valsche aantijgingen misleid worden; maar geenszins om te doen uitschijnen dat Calfort meer dan Puers genoten heeft, en nog minder om te beweren dat Calfort geen recht heeft op den steenweg op Breendonck en de vertakking van de Kappellerijstraat met den steenweg van de Sauvegarde op Eykevliet.

Voorzeker neen, Mijne heeren, wij zijn integendeel van gevoelen dat wij allen Broeders zijn van hetzelve huisgezin en allen hetzelve recht op de gemeentekas hebben; dat de werken moeten verricht worden, daar waar ze noodig en nuttig zijn. (…)

Nu dat wij onwederlegbaar bewezen hebben dat Puers voor Calfort geene afjongstigste gevoelens bezit, durven wij hopen dat alle de Catholieken van Calfort, door valsche geruchten misleid, hunne achting hunnen genegenheid en hunne medewerking aan hunnen ook Catholieke vrienden van Puers zullen verleenen en zelfs dat onze tegenstrevers van hunnen dwalingen zullen wederkomen en als ware Christenen en Catholieken willen wij wel aannemen dat zij als vreemdelingen mogen onwetend zijn van al hetgene in de gemeente sedert langen tijd geschied is en zoo zij willen hardnekkig blijven, zeggen wij: Heer vergeef het hun: zij weten niet wat zij doen!"

De regering Frère-Van Humbeeck had het niet zo begrepen met de katholieke hegemonie en trof haar waar het hardst aankwam, namelijk in het onderwijs. De wet op het Lager Onderwijs van 1879 bepaalde dat de staat - en niet langer de gemeente - voogdij over het lager onderwijs zou uitoefenen. Elke gemeente zou één officiële staatsschool moeten bezitten. De gemeenten mochten niet langer vrije scholen 'aanvaarden' of subsidiëren. Alle onderwijzers moesten gediplomeerden zijn van officiële Normaalscholen. Dit staatsonderwijs werd ook een neutraal lekenonderwijs. Het godsdienstonderricht werd van het programma geschrapt en de priester mocht wel godsdienstonderwijs inrichten, maar buiten de klasuren en op uitdrukkelijk verzoek van de ouders. Dit was een oorlogsverklaring aan de Belgische Kerk. De wet leidde tot de eerste Schoolstrijd die in alle hevigheid werd gevoerd. Ook in Puurs en Kalfort barstte de partijstrijd nu in alle hevigheid los.

Op een vergadering van de Katholieke Associatie van Puurs in Kalfort in oktober 1878 trok Verbelen van leer tegen de liberalen en geuzen.
"De christelijke school is in gevaar... Zij zullen het onderwijs wereldlijk en verplichtend maken, dat wilt zeggen dat zij er den priester zullen uitbannen en dat de ouders zullen verplicht zijn, op bepaalde straffen, hun kinders naar de gemeentescholen te sturen. De samenstelling der gemeentebesturen heeft den grootsten invloed op het onderwijs: zulke bestuurders, zulke scholen; dus Katholieke bestuurders Katholieke scholen; geuzen bestuurders geuzen scholen... Geen onverschilligheid meer! Zouden er nu nog menschen zijn verblind genoeg om niet te zien waar al die boel in ons dorp heen wil? Zou er nog bij weldenkende lieden twijfel kunnen bestaan nopens de inzichten onzer blauwe kopstukken en aanhangers? Puersenaars, die het wel meent met uwe gemeente, die de belangen van uw dorp, van uwe familie, van u zelven behertigt, zult gij langer onverschillige toeschouwers zijn van hetgeen hier gebeurt?... Zult gij de hand aan 't werk niet slaan om de helsche pogingen van eenige heethoofden onzer gemeente te verijdelen?

Medeburgers het vuur van twist en tweedracht dat zoo lang tusschen ons bleef uitgedoofd, wordt dan weer aangestoken!... (...) En door wie? Door vreemdelingen, door ongekende mannen die hier den baas willen spelen!... Door geuzen, die het Katholieke volk van Puers en Calfort trachten te verleiden om te verkoopen aan de groote geuzebenden der steden! Moesten de geuzen hier te Puers boven geraken, weet ge wat er zou gebeuren met de groote kiezing te Mechelen? ... Aanstonds zouden zij het worstelperk intreden voor de Kamers... de geuzenklik van geheel het arrondissement zou zijne koppen bijeensteken, en er zou besloten worden te werken en te strijden om er de Katholieke Partij te doen wankelen, en dit dank aan de overwinning der geuzen te Puers...(...) 't Is daarom dat het puik der Mechelsche geuzen zijn best zoo heeft gedaan om met een ontzaggelijk leger af te komen over 14 dagen naar de liberale manifestatie. (...) Maar dit zal niet gebeuren, niet waar, deftige lieden van Puers en Calfort!!... Alle onverschilligheid voortaan afgeworpen en met kloeken moed gewerkt om de geuzerij, en met haar den twist en tweedracht, te versmachten en uit te dooven!!

Zijn het niet uwe heiligste uwe grootste belangen, die hier in 't spel zijn?... Gij weet nu voor 't welk onze geuzen in staat zijn... Welaan dan de krachten gepaard en onze tegenstrevers getoond voor goed dat het oude Puers is en blijft tot den dood getrouwe aan zijnen God, getrouw aan de kerk, getrouw aan de Katholieke grondstelsels!!"

"Men vertelt dat met het feest een geus van Puers, bekoord door de houding en muziekuitvoering van de societeit uit het weezenhuis van Mechelen, de kinderen eenige aanmoedigende woorden toesprak en onder andere zegde : "Gij toont dat ge waarlijk BLAUW BLOED in de aderen hebt!! O die slimmerik!"

Uiteindelijk zegevierde de katholieke lijst bij de gemeenteraads-verkiezingen van november 1878.
In Puurs werd de volgende uitslag opgetekend:
Catholieken: Cloostermans 204; De Cock 199; Luytgaerens 196; Verbelen 196; Goossens 193; Maes Ch. 194.
Liberalen: Ed. Maes 113, Eug. Peeters 116, Louis Peeters 110; Ferd. Maes 115; Vict. Maes 114.

Dit kon echter niet verhinderen dat de Schoolwet werd gestemd. Onmiddellijk na de stemming van de wet troffen de Belgische bisschoppen strenge kerkelijke maatregelen. De Heilige Sacramenten werden geweigerd aan het onderwijzend personeel van de staatsscholen en aan de ouders die er hun kinderen naar toe stuurden. Elke pastoor kreeg de opdracht in zijn parochie een vrije lagere school op te richten. Op woensdag 1 oktober 1879 had in Puurs de opening van de katholieke scholen plaats. Er werd een plechtige mis ter ere van de Heilige Geest in de kerk opgedragen. De kinderen werden stoetsgewijs door de geestelijken en de onderwijzers naar de schoollokalen geleid. Net als op vele andere plaatsen waren de vrije katholieke lagere scholen, opgericht met private geldinzamelingen, een groot succes. De katholieke schoolcomités werden dan ook getrokken door de pastoors. In Puurs zetelden de pastoor en de onderpastoor van Kalfort en schepen Nuten. Gevolg was dat het officiële onderwijs bijna volledig werd verlaten. In de katholieke jongensschool waren er 78 leerlingen tegenover 4 in de officiële school; de katholieke bewaarschool telde 83 kinderen tegenover 8 in de officiële. De regering weigerde echter haar maatregelen in te trekken. Overal werden schoolcomités opgericht die het officiële onderwijs moesten ondersteunen. Voor Kalfort zaten er Eugeen Van Den Wiele (van het domein Coolhem) en landbouwer Victor Maes in. Het Nieuwsblad propageerde: "Katholieke Ouders, nu gij de agenten van Peer Van Humbeeck kent, weest op uwe hoede en laat u door hen niet misleiden!"

De schoolstrijd zou diepe sporen achterlaten, ook in het kleine politieke landschap dat Kalfort-Puurs was! Kalfortdorp

Nullamlacus dui ipsum conseque loborttis

Nullamlacus dui ipsum conseque loborttis non euisque morbi penas dapibulum orna. Urnaultrices quis curabitur phasellentesque.

Continue Reading »